|
Nieuwe zoekopdracht |
Studiegids GZ
Dit is de studiegids van de Postmaster opleiding tot Gezondheidszorgpsycholoog. Deze studiegids is bedoeld als handleiding en naslagwerk gedurende de opleiding voor deelnemers en praktijkbegeleiders. Met deze opleiding word je uitgedaagd om jouw kennis, inzicht en vaardigheden verder te ontwikkelen. Na de opleiding kun je je inschrijven in het BIG-register en de wettelijk beschermde titel van Gz-psycholoog voeren.
In deze studiegids vind je alle informatie die nodig is voor de opleiding. Je leest hoe de opleiding eruit ziet, wat er verwacht wordt, wie welke rol heeft en welke regelingen er zijn. Ook krijg je in deze gids achtergrondinformatie over de geschiedenis, het doel van de opleiding en informatie over competentiegericht opleiden (CGO). Dit is een belangrijk aspect van de opleiding.
Mede namens de medewerkers van de RINO Groep wensen wij je een inspirerende en succesvolle opleidingsperiode toe.
De hoofdopleiders gezondheidszorgpsycholoog van de Stichting BoPP West Nederland en Stichting BoPP Midden Nederland.
Lees hele artikel
Het met goed gevolg afronden van de Postmaster opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog leidt tot opname in het Register van Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG-register). Alleen geregistreerden zijn gerechtigd de titel gezondheidszorgpsycholoog te voeren. Voor hen die ingeschreven staan in dit register geldt een wettelijke titelbescherming en een tuchtrechtregeling.
Allround psycholoog
De gezondheidszorgpsycholoog is een breed opgeleide allround psycholoog die inzetbaar is in alle sectoren van de gezondheidszorg. Zij treedt zelfstandig op als diagnosticus en behandelaar van psychische problematiek, disfuncties en stoornissen bij psychische en lichamelijke ziekten, psychische en lichamelijke handicaps en bij persoonlijke/relationele problematiek. De gezondheidszorgpsycholoog beschikt daartoe over psychologische en pedagogische kennis en vaardigheden met betrekking tot psychologische diagnostiek, indicatiestelling, psychologische behandelingsmethoden inclusief psychotherapeutische deeltechnieken, crisisinterventie, psycho-educatie, casemanagement, consultatie, preventie, begeleiding en counseling.
Met de invoering van de Wet BIG zijn er regionale opleidingsinstellingen in het leven geroepen. Een nadere omschrijving van de visie op de GZ-opleiding vind je hier. De opleidingsinstellingen zijn door de Minister van VWS erkend en gerechtigd de opleidingen tot Gz-psycholoog, tot psychotherapeut, tot klinisch psycholoog en tot klinisch neuropsycholoog te verzorgen.
Stichting BoPP
Doordat de praktijkopleidingsinstellingen formeel deel uitmaken van de Stichting BoPP en ook vertegenwoordigd zijn in de opleidingscommissie kan het cursorisch onderwijs zoveel mogelijk worden afgestemd op de behoeften die in de praktijk leven. De praktijkplaatsen zijn gekoppeld aan de gehele Gz-opleiding.
Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten
Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten
De regelgeving en het toezicht op alle BIG-opleidingen is ondergebracht bij de FGzPt (Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten). De FGzPt is het overkoepelend orgaan voor de basisberoepen gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut en de specialismen klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog, op het gebied van opleiding, erkenning, registratie en toezicht.
De FGzPt fungeert voor deze beroepen als aanspreekpunt voor de overheid. De vereniging FGzPt heeft drie leden: het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP; in oktober 2022 gefuseerd met de voormalige NVGzP, de Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen), de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) en de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP).
In 2040 is ruim een kwart van de Nederlanders 65-plusser (4,7 miljoen), waarvan 2 miljoen 80-plussers. Deze vergrijzing zorgt voor een toenemende zorgvraag en complexere problematieken.
Lees hele artikel
- Inhoud en kwaliteit van de cursorische opleiding
- Samenhang tussen praktijk- en cursorisch onderwijs
- Het aanwijzen en begeleiden van (hoofd)docenten en het houden van toezicht op hun functioneren
- Zorg voor een goed opleidingsklimaat
- Toezicht houden op een goede integratie van logistiek en inhoud van de opleiding
De hoofdopleider wordt in deze taken bijgestaan door de curriculumcommissie.
De hoofdopleider legt verantwoording af aan het bestuur van de opleidingsinstelling, dat eindverantwoordelijk is.
De jaargroepvertegenwoordiger wordt uitgenodigd zitting te nemen in de opleidingscommissie. De opleidingscommissie komt tweemaal per jaar bijeen voor een vergadering. Als jaargroepvertegenwoordiger bespreek je samen met de andere leden van de opleidingscommissie de voortgang van de opleiding en de algemene zaken rondom de ontwikkeling van de opleiding. Zie voor meer informatie ‘opleidingscommissie’ in deze studiegids.
Meer informatie over rollen en kwalificatie-eisen in de praktijkbegeleiding vind je onderstaand bij de onderwerpen "Rollen praktijkbegeleiding" en "Kwalificatie-eisen praktijkbegeleiding".
De vereniging heeft zes vaste commissies, te weten de vier commissies Hoofdopleiders van de te onderscheiden opleidingen, de commissie Directeuren en Hoofden, en de commissie Reglementen en Contracten.
De commissie Hoofdopleiders (HCO-GZ) bestaat uit de hoofdopleiders en managers opleidingen van de opleidingsinstellingen. In dit landelijk overleg stemmen hoofdopleiders en managers opleidingen hun handelwijze af.
Meer informatie vind je op www.vlogo.nl >> commissies.
De examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden:
- Vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de Onderwijs- en examenregeling, om de uitslag van toetsen en examens te beoordelen en vast te stellen
- Toezien op het borgen van de kwaliteit van de organisatie en de procedures rondom toetsen en examens
- Het behandelen van bezwaren als bedoeld in de OER
Wanneer de klacht een bezwaar tegen een beoordeling van een examen(onderdeel) betreft moet deze worden ingediend bij de Examencommissie (zie hiervoor de paragraaf over de examencommissie).
Wanneer je klacht te maken heeft met ongewenst gedrag of integriteit kun je hiervoor ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de RINO Groep (zie hiervoor de paragraaf over de vertrouwenspersoon).
De Stichtingen BIG-opleidingen voor Psychologen en Pedagogen Midden en West hebben twee vertrouwenspersonen speciaal voor deelnemers:
Liesbeth Eurelings-Bontekoe
E-mail: vertrouwenspersoon@rinogroep.nl
Aad Schoenmakers
E-mail: aad@mensenwerkcoaching.nl
Telefoonnummer: 06-46052901
Meer informatie is te vinden in de door het bestuur van de Stichtingen BoPP Midden en BoPP West vastgestelde Regeling Vertrouwenspersoon.
- Voorjaarsgroepen starten met het cursorisch onderwijs tussen januari en april. De groepsindeling en definitieve startdatum wordt medio november bekendgemaakt.
- Najaarsgroepen starten met het cursorisch onderwijs tussen september en november. De groepsindeling en definitieve startdatum wordt medio juni bekendgemaakt.
Let op: De praktijkopleiding kan niet eerder eindigen dan het cursorisch onderwijs.
Om er zeker van te zijn dat de praktijkuren meetellen voor de BIG-opleiding gelden de volgende voorwaarden:
- De deelnemer is toegelaten tot de BIG-opleiding. Dit betekent dat de deelnemer voldoet aan de volgende eisen:
- De deelnemer heeft een geldige LOGO-verklaring;
- De deelnemer heeft een positief toelatingsgesprek gehad;
- De deelnemer staat ingeschreven in het opleidingsregister van de FGzPt.
- Het sjabloon van het Individueel Opleidingsplan (IOP) wordt vóór de start van de praktijkopleiding ingevuld door de deelnemer en de praktijkopleider. Het onderdeel ‘planning en begeleiding’ is zo volledig mogelijk ingevuld en er is een eerste opzet gemaakt van ‘de leerdoelen’. De praktijkopleider kan het IOP op Onderwijsportaal indienen zodra bekend is in welke groep de deelnemer is ingedeeld. Het IOP wordt besproken tijdens het IOP-gesprek dat na de start van het cursorisch onderwijs gepland wordt.
Mocht je nog vragen hebben, neem dan contact op met het Servicebureau BIG via (030) 230 84 40 of servicebureauBIG@rinogroep.nl.
Vrijstellingenbeleid voor deelnemers aan de GZ-opleiding
In de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de gezondheidszorgpsycholoog, is in art 9, lid 2, opgenomen, dat de opleidingsinstelling een reglement dient vast te stellen waarin het ‘verlenen van ontheffing van onderdelen van de opleiding’ is vastgelegd. Het vrijstellingenbeleid valt onder de verantwoordelijkheid van de hoofdopleider. Hieronder wordt het vrijstellingenbeleid uiteengezet.
Uitgangspunt
In bepaalde situaties is het mogelijk om vrijstelling voor een onderdeel aan te vragen. Je kunt alleen vrijstelling aanvragen als je bent toegelaten tot de GZ-opleiding. Dit houdt in dat het niet mogelijk is om vooraf vrijstellingen aan te vragen. Dit vrijstellingenbeleid
laat onverlet dat de hoofdopleiders in onderling overleg specifieke regelingen voor specifieke groepen kunnen vaststellen.
Kaders vrijstelling
Een verzoek tot vrijstelling wordt beoordeeld door de hoofdopleider. De hoofdopleider bekijkt in hoeverre het gevolgde cursorische onderwijs overeenkomt met een van de onderdelen die in de GZ-opleiding gegeven worden. Bij de beoordeling van verzoeken om vrijstellingen worden de eisen zoals deze staan geformuleerd in de AMvB en de opleidingsvereisten, aangevuld met de eisen die de hoofdopleiders aan de invulling van bepaalde onderdelen stellen, als leidraad gehanteerd. Hierbij wordt vergeleken:
- De duur van het cursorische onderwijs (aantal uren)
- De inhoud
- De gebruikte literatuur
- De docent(en)
- het separaat gevolgde cursorische onderwijs is meer dan, of komt in grote lijnen overeen met een cursusonderdeel in de GZ-opleiding: vrijstelling;
- het separaat gevolgde cursorische onderwijs overlapt met een deel van de cursus: gedeeltelijke vrijstelling, eventueel met aanvullende eisen;
- de gevolgde cursus komt niet overeen met hetgeen in de GZ-opleiding aan de orde komt: geen vrijstelling. De deelnemer dient het onderdeel van de opleiding helemaal te volgen.
Er kan geen vrijstelling worden aangevraagd voor de keuzemodules.
Praktische uitvoering
- Vrijstellingen kunnen niet eerder worden aangevraagd dan nadat de kandidaat is toegelaten tot de opleiding,
- Vrijstelling moet uiterlijk 8 weken na de start van het cursorisch onderwijs schriftelijk aangevraagd worden,
- De start van de gevolgde cursus mag niet langer dan 5 jaar geleden zijn geweest op het moment van de vrijstellingsaanvraag, en de cursus moet met goed gevolg zijn afgerond,
- De aanvraag van het vrijstellingsverzoek (inclusief relevante bewijsstukken) dient ingediend te worden via het Onderwijsportaal,
- Verleende vrijstelling heeft in principe geen consequenties voor de opleidingsprijs,
- Verleende vrijstellingen worden vermeld in het portfolio van de deelnemer.
Deelnemers aan de GZ-opleiding komen in aanmerking voor verruimde vrijstelling als zij de opleiding tot cognitief gedragstherapeut (VGCt) hebben gevolgd.
Wanneer je de 100-uurs basiscursus hebt afgerond maximaal 8 jaar geleden voor start cursorisch onderwijs GZ-opleiding geldt dat je maximaal 100 uur vrijstelling CGT krijgt in het cursorisch programma van de GZ-opleiding.
Wanneer je al geregistreerd bent als cognitief gedragstherapeut (VGCt) kan in sommige situaties verruimde vrijstelling worden gegeven voor het cursorisch gedeelte en daarnaast ook voor een deel van de praktijkopleiding. Neem voor meer informatie contact op met het Servicebureau BIG via servicebureaubig@rinogroep.nl.
Vrijstelling | Voortraject | Voorwaarden |
Tot 50 uur vrijstelling cursorisch onderwijs voor 1 lesonderdeel | divers | Schriftelijk bewijs van: postacademisch onderwijs dat voldoet aan de eisen en max. 5 jaar voor de start van cursorisch onderwijs met goed gevolg is afgerond. |
Tot 100 uur CGT vrijstelling cursorisch onderwijs | VGCt | Schriftelijk bewijs van: (min.) 100 uur basiscursus CGt (door VGCt erkend) die max. 8 jaar voor de start van cursorisch onderwijs is afgerond. |
Tot 120 uur (max.100 uur CGT en max. 20 uur voor 1 lesonderdeel) vrijstelling cursorisch onderwijs | VGCt en divers | Schriftelijk bewijs van: (min.) 100 uur basiscursus CGt (door VGCt erkend) en Bewijs van postacademisch onderwijs dat voldoet aan de eisen en max. 8 jaar geleden met goed gevolg is afgerond. |
Tot 120 uur (max. 100 uur CGT en max 20 uur voor 1 lesonderdeel) vrijstelling cursorisch onderwijs en tot 25% vrijstelling praktijkonderwijs (698 uur) en tot 25% vrijstelling supervisie (22,5 uur) | VGCt | Schriftelijk bewijs van:
|
Klik hier voor de Beslisboom verruimde vrijstelling CGT.
De GZ-opleiding omvat over twee jaar in totaal 3600 uur, verdeeld over het cursorisch onderwijs en het praktijkonderwijs. Voor de opbouw van het cursorisch programma gelden onderstaande eisen die wettelijk zijn vastgelegd.
Cursorisch onderwijs | Praktijkonderwijs | |||
Contacturen | Praktijkopdrachten/ Zelfstudie | Werkzaamheden | Supervisie | |
Diagnostiek | 192 | 96 | 1116 | 45 incl. indicatiestelling |
Indicatiestelling | 48 | 24 | 279 | |
Behandeling | 192 | 96 | 1116 | 45 incl. overige taken |
Overige taken | 48 | 24 | 279 | |
Totaal | 480 | 240 | 2790 | 90 |
Binnen het cursorisch programma volg je cursussen op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling, behandeling/interventies en overige taken in een geïntegreerd programma. Het cursorisch programma is zodanig ingedeeld dat het theoretische ondersteuning biedt voor de uitvoering van de psychodiagnostiek en de behandeling binnen het praktijkonderwijs.
Het bijwonen van de cursussen is verplicht. Daarnaast wordt van je verwacht dat je de opgegeven literatuur bestudeert en praktijkopdrachten maakt die je binnen de praktijkopleidingsinstelling uitvoert. De praktijkopdrachten worden vervolgens in de opleiding ter discussie gesteld en/of geëvalueerd. Mede hierdoor wordt de afstemming tussen theorie en praktijk bevorderd en gewaarborgd.
Elke lesblok bestaat uit een aantal dagdelen van elk drie uur (exclusief pauze). Gedurende twee jaar wordt op een vaste weekdag les gegeven. In uitzonderlijke gevallen wordt uitgeweken naar een andere dag.
Een volledig overzicht van de cursusbijeenkomsten vind je in je portfolio op Onderwijsportaal onder cursorisch onderwijs.
- Inhoud en duur van het onderdeel
- Doelstellingen en/of eindtermen
- Werkwijze
- Beoordelingscriteria en toetsvorm
- Literatuur, verplicht en aanbevolen
Voor aanvang van elk lesblok krijg je eventueel aanvullende literatuur via Onderwijsportaal. De richtlijn voor de hoeveelheid literatuur is maximaal 30 pagina's leerstof per dagdeel van 3 uur. Het komt voor dat je voor een cursusblok aanvullende boeken moet aanschaffen. Deze kosten vallen buiten de opleidingsprijs en worden geschat op ongeveer 1.000 euro voor de hele opleiding.
De beoordeling van het gehele cursorisch onderwijs bestaat uit een tweetal onderdelen:
- De beoordeling van toetsen en (vervangende) opdrachten
- De mate van aanwezigheid en actieve inbreng tijdens de cursussen
Voor iedere verplichte cursorische toets wordt een toetsdocent aangewezen. Dit is meestal de docent die het onderdeel geeft, maar kan ook iemand anders zijn. De toetsdocent is verantwoordelijk voor het maken en beoordelen van de toets, inclusief herkansingen.
Toetsen inleveren
Je levert toetsen via Onderwijsportaal in. De beoordeling en feedback ontvang je ook via Onderwijsportaal.
Op Onderwijsportaal vind je de inlevertermijnen. Uit het onderwijs en examenreglement volgt dat wanneer een toets niet wordt ingeleverd of niet op tijd wordt ingeleverd, het lesonderdeel niet is behaald (niet voldaan).
Als je een toets door overmacht niet tijdig kunt maken, neem je voorafgaand aan de toets per mail contact op met de jaargroepopleider en de opleidingsmedewerker.
Toetsresultaat en feedback
Binnen 30 dagen na de dag waarop de toets/opdracht is afgenomen, plaatst de toetsdocent de feedback/het resultaat op Onderwijsportaal. De beoordelingsschaal bestaat uit goed, ruim voldoende, voldoende of onvoldoende.
Indien het beoordelingsresultaat van een cursorische toets onvoldoende is, kun je met een herkansing alsnog voldoende halen. Als de herkansing ook onvoldoende is, mag je het studieonderdeel eenmalig opnieuw volgen. Haal je dan nogmaals een onvoldoende, dan krijg je een judicium abeundi zoals bedoeld in de Onderwijs- en examenregeling (OER). Dit betekent dat je de opleiding niet verder kan vervolgen. In bijzondere omstandigheden kan de hoofdopleider hiervan afwijken.
Als je voor drie toetsen via een herkansing een voldoende hebt gehaald, vindt er een gesprek met de hoofdopleider plaats. Bij dit gesprek wordt ook jouw praktijkopleider uitgenodigd.
- Alle studieonderdelen van het curriculum
- Eventuele afwezigheid
- Toetsresultaten
- Eventueel verleende vrijstellingen
- In geval van afwezigheid tussen 0% en 20% in een lesblok moet je gemiste delen compenseren. Hiervoor neem je contact op met de docent. Je kunt daarbij zelf een voorstel doen voor een actie waardoor je aantoonbaar maakt dat de gemiste stof is verwerkt. De vervangende opdracht moet worden voltooid uiterlijk een maand na datum van het gemiste deel
- In geval van meer dan 20% afwezigheid in een lesblok volg je het lesblok opnieuw
- Over de gehele opleiding mag je niet meer dan 10% missen
Als er meer dan 10% afwezigheid dreigt te ontstaan, dan stel je zelf de manager opleidingen en de praktijkopleider hiervan op de hoogte. De hoofdopleider bepaalt dan in overleg met de manager opleidingen welke stappen er vervolgens genomen worden. Absentie blijft - ook na compensatie door een vervangende opdracht - meetellen tot het in de onderwijs en examenregeling gestelde maximum percentage absentie (10%).
De Stichtingen BoPP West Nederland en BoPP Midden Nederland zullen zich bij langer durende afwezigheid inspannen om naar een oplossing te zoeken. Het kan voorkomen dat, bij wijze van uitzondering, de module na afronding van het cursorisch deel van de opleidingsgroep in een andere opleidingsgroep gevolgd kan worden, maar dat is niet altijd mogelijk.
Het is belangrijk dat je langdurige afwezigheid, door bijvoorbeeld zwangerschap of ziekte, dit doorgeeft aan het opleidingsregister van de FGzPt.
Opleidingsdagen en vakantieperiodes die hiermee niet overeenkomen, worden ruim van tevoren bekend gemaakt. Het is niet toegestaan om vrij te nemen tijdens lesdagen wegens vakantie.
In het praktijkonderwijs voer je taken uit op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling, behandeling en overige taken. De indeling van het praktijkonderwijs is als volgt opgebouwd:
Cursorisch onderwijs | Praktijkonderwijs (exclusief eventueel toegekende vrijstelling) | |||
Contacturen | Praktijkopdrachten/ Zelfstudie | Werkzaamheden | Supervisie | |
Diagnostiek | 192 | 96 | 1116 | 36 |
Indicatiestelling | 48 | 24 | 279 | 9 |
Behandeling | 192 | 96 | 1116 | 36 |
Overige taken | 48 | 24 | 279 | 9 |
Totaal | 480 | 240 | 2790 * | 90 |
*Dit is inclusief 1 uur werkbegeleiding per week en 1 uur praktijkbegeleiding per maand, maar exclusief supervisie-uren.
De volgende definities worden gehanteerd:
- Indicatiestelling: multidisciplinair overleg met als doel goede behandelindicatie op basis van al het verzamelde materiaal
- Diagnostiek: psychodiagnostiek met behulp van tests/interviews en andere instrumenten en onderzoek van de patiënt met behulp van gesprek en observatie, zoals intakes. Van de 40% diagnostiek bestaat minimaal 50% uit het gebruik van diagnostische instrumenten. Dit komt ongeveer overeen met 6 uur per week. De resterende 50% mag bestaan uit andere diagnostiek, zoals intakes, interviews of gedragsobservatie
- Overige taken: hieronder vallen alle instellingsgebonden werkzaamheden die niet cliëntgebonden zijn
De praktijkopleider heeft minimaal één uur per maand beschikbaar voor structureel overleg met jou over de voortgang van de opleiding. De praktijkbegeleiding valt binnen jouw reguliere werktijd.
Meer informatie over rollen en kwalificatie-eisen in de praktijkbegeleiding vind je onderstaand bij de onderwerpen "Rollen praktijkbegeleiding" en "Kwalificatie-eisen praktijkbegeleiding".
In deze animatie laten we zien wat de taken en verantwoordelijkheden zijn van praktijkopleiders van de postmaster BIG-opleidingen psychologie: Praktijkopleider: taken en verantwoordelijkheden - YouTube.
- Minimaal drie jaar geregistreerd als gezondsheidszorgpsycholoog en ten minste twee jaar fte werkervaring als zodanig binnen de betreffende leeftijdsdifferentiatie volwassenen & ouderen of kinderen & jeugd
- Werkzaam op jouw afdeling en aanwezig op jouw werktijden (voor ten minste 50%)
- Werkbegeleiding bij voorkeur individueel
- Zwaarte van het werk
- Het halen van leerdoelen
- Voortgang supervisie
- Aansluiting bij het cursorisch onderwijs
- Omgang met collegas
- Positie op de afdeling en in de instelling
- Inschatten van jouw bekwaamheid en het hierop afstemmen van je taken
Verantwoordelijkheid
De werkbegeleider is (tuchtrechtelijk) verantwoordelijk voor al de door jou geleverde patiëntenzorg in het kader van de opleiding. Dit betekent dat de werkbegeleider tuchtrechtelijk kan worden aangesproken op het handelen (of niet handelen) van jou als opleideling. Daarom dient de werkbegeleider op de hoogte te zijn van je werkzaamheden en je te begeleiden in je professionele handelen.
Verslaglegging
Halfjaarlijks wordt de werkbegeleiding door de praktijkopleider en jou geëvalueerd. Deze evaluatie is onderdeel van het halfjaarverslag. De praktijkopleider betrekt de werkbegeleider bij deze evaluatie.
Meer informatie over rollen en kwalificatie-eisen in de praktijkbegeleiding vind je onderstaand bij de onderwerpen "Rollen praktijkbegeleiding" en "Kwalificatie-eisen praktijkbegeleiding".
In deze animatie laten we zien wat de taken en verantwoordelijkheden zijn van werkbegeleiders en supervisoren van de postmaster BIG-opleidingen psychologie: Werkbegeleider: taken en verantwoordelijkheden - YouTube.
Tijdens het opleidingstraject heb je ten minste twee supervisoren, waarbij het aandeel van één supervisor niet meer bedraagt dan 50 uur. De uren die een supervisor besteedt aan de opleiding dienen in haar taakstelling of functiebeschrijving te worden opgenomen. Verdeeld over de hele opleiding gelden de volgende minimale eisen voor supervisie:
- 45 uur supervisie over diagnostiek inclusief indicatiestelling
- 45 uur supervisie over behandeling inclusief overige werkzaamheden
- Supervisie heeft betrekking op methodisch en procesmatig verloop van diagnostiek en/of behandeling
- Supervisie heeft betrekking op (reflectie over) de eigen attitude in relatie met patiënten en in andere beroepsmatige contacten
Voor de kwaliteit van de opleiding is het verplicht dat de supervisie over zowel diagnostiek als behandeling onder meer gebeurt aan de hand van beeld- of geluidsopnamen. Deze opnamen dienen een integraal onderdeel van supervisie te worden daar waar het opportuun is.
De ervaring leert dat het gebruik van audiovisuele middelen goede handvatten biedt voor gerichte supervisie, omdat het beter zicht geeft op jouw functioneren en de kwaliteit van de therapeutische relatie. De supervisor kan wat is opgenomen eventueel aanvullen en/of demonstreren of de therapeut vragen een procedure in een rollenspel na te spelen. Bovendien stelt het jou als deelnemer in de gelegenheid om binnen de veilige omgeving van de supervisie feedback te ontvangen over je eigen functioneren in de klinische praktijk en je vaardigheden te verbeteren.
Vanuit de diverse regelgevingen op patiëntgebied is er een aantal regels voor het maken van opnamen. Meer informatie over privacy en gedragsregels voor beeld- en geluidsopnamen vind je in deze studiegids onder het kopje Privacy.
Verslag supervisie
De leer- en aandachtspunten van de supervisie houd je bij in een (kort) verslag. Supervisie is in principe individueel. Eén uur supervisie bestaat uit minimaal 45 minuten een-op-een contact en valt binnen jouw reguliere werktijd. De overige tijd kun je voor voorbereiding/uitwerking gebruiken. In het halfjaarverslag vragen wij deze sessie als volgt te vermelden: één uur (individuele supervisie).
Wanneer de supervisie in groepsverband plaatsvindt, gelden de volgende regels:
- Bij twee supervisandi duurt één sessie minimaal één uur. In het IOP en bij de halfjaarlijkse urenregistratie op Onderwijsportaal vermeld je deze sessie als volgt: één uur (omgerekend op basis van groepssupervisie met twee supervisandi)
- Bij drie supervisandi duurt één sessie minimaal 1,5 uur. Bij vier supervisandi (het maximum) duurt één sessie minimaal 2 uur. In het IOP en bij de halfjaarlijkse urenregistratie op Onderwijsportaal vermeld je deze sessie als volgt: één uur (omgerekend op basis van groepssupervisie met (vermelding aantal) supervisandi
Verslaglegging
Halfjaarlijks wordt de supervisie door de praktijkopleider en jou geëvalueerd. Deze evaluatie is onderdeel van het halfjaarverslag. De praktijkopleider betrekt de supervisor bij deze evaluatie.
Meer informatie over rollen en kwalificatie-eisen in de praktijkbegeleiding vind je onderstaand bij het onderwerp "Rollen en kwalificatie-eisen".
In deze animatie laten we zien wat de taken en verantwoordelijkheden zijn van werkbegeleiders en supervisoren van de postmaster BIG-opleidingen psychologie: Supervisor: taken en verantwoordelijkheden - YouTube.
Een hoofdopleider kan dispensatie verlenen voor de geformuleerde eisen van de praktijkbegeleiding, indien zij van oordeel is dat de betrokkene aantoonbaar beschikt over een niveau van functioneren dat overeenkomt met de gestelde eisen. De praktijkopleider kan een dispensatieverzoek indienen via Onderwijsportaal.
Onderscheid werkbegeleiding en supervisie diagnostiek
Het onderscheid tussen een werkbegeleider en een supervisor is dat de werkbegeleider tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor al de door jou geleverde patiëntenzorg in het kader van de opleiding.
Inhoudelijk is de werkbegeleider diagnostiek verantwoordelijk voor de goede afhandeling van de diagnostische procedures, met aandacht voor de vraag of alle ethische regels zijn gevolgd. Deze staan onder andere in de ethiekrichtlijnen van het NIP en de Algemene Standaard Testgebruik. Zo vergewist de werkbegeleider diagnostiek zich ervan of de cliënt om toestemming is gevraagd en of de cliënt op de hoogte is gebracht van haar rechten en plichten. De rechten betreffen onder andere het recht op inzage van het rapport, het recht op vernietiging van het rapport, recht op afschrift van het rapport en recht op nabespreking.
De supervisoren houden zich bezig met de persoonlijke professionele ontwikkeling van jou als deelnemer. Hier kan bijvoorbeeld jouw instrumentkeuze, de resultaten en de interpretatie en de manier van rapportage aan de orde komen. Je manier van vragen stellen, gespreksvoering en rapportbespreking kan geoefend worden, evenals de manier waarop je omgaat met moeilijke patiënten. Het accent bij supervisie ligt nadrukkelijk op jouw persoonlijke ontwikkeling.
In aanvulling op het opleidingsplan is een landelijk toetsboek ontwikkeld waarin praktijktoetsen en beoordelingsinstrumenten staan. Aan het eind van de opleiding dienen alle vereiste formulieren en beoordelingen m.b.t. het praktijkgedeelte in het portfolio te zijn opgenomen. Informatie over de praktijktoetsen en welke voor jou van toepassing zijn, vind je terug op Onderwijsportaal onder Algemeen, Opleidingsspecifieke informatie, Competentiegericht Opleiden (CGO).
Beoordeling
Bij aanvang van de opleiding beoordeel je in samenspraak met de praktijkopleider je eigen competenties door het invullen van het digitale competentieprofiel. Het competentieprofiel vind je terug op Onderwijsportaal. In dit profiel wordt de voortgang van de competentieontwikkeling vastgelegd. Vervolgens worden de competenties ieder halfjaar met jou geëvalueerd en per competentiegebied beoordeeld door de praktijkopleider en verwerkt in het competentieprofiel.
Evaluatie
Over ieder halfjaar schrijf je een evaluatieverslag. Het sjabloon hiervoor vind je op Onderwijsportaal. In dit verslag reflecteer je op je eigen competentieontwikkeling en benoem je leerdoelen voor de komende periode aan de hand van de competenties. Een evaluatie op basis van de competenties door de praktijkopleider, werkbegeleider en supervisor van het afgelopen halfjaar maakt deel uit van dit verslag. Het verslag wordt via Onderwijsportaal ingediend door deelnemer en ter goedkeuring voorgelegd aan de hoofdopleider of jaargroepopleider.
Halverwege de opleiding vindt een evaluatiegesprek plaats. Dit valt samen met het tweede halfjaarverslag en de competentiebeoordeling. Hierbij zijn deelnemer, praktijkopleider en hoofd- of jaargroepopleider aanwezig. Tijdens dit gesprek wordt jouw competentieontwikkeling in de praktijk- en cursorische onderwijs besproken en worden afspraken gemaakt voor de volgende periode.
De opleiding kent een vaste gesprekkenstructuur. De gesprekken en benodigde voorbereiding staat in bijlage ‘Overzicht gesprekken en verslagen’. De uitnodiging voor de gesprekken wordt verzonden naar de praktijkopleider, die het gesprek mede namens de deelnemer inplant via Onderwijsportaal.
Meer informatie over en de sjablonen voor verslagen vind je op Onderwijsportaal in het portfolio.
Bij selectieve toetsing ontvang je een beoordeling (goed, voldoende of onvoldoende). Dit zijn toetsen in het cursorisch onderwijs en de geschiktheidsbeoordeling in het praktijkonderwijs. Bij de geschiktheidsbeoordeling geeft de praktijkopleider per
competentiegebied in het digitale competentieprofiel een beoordeling. Deze beoordeling geschiedt aan de hand van het niveau dat verwacht mag worden gezien de fase van de opleiding en op basis van de selectieve schaal: onvoldoende/voldoende/goed.
Onvoldoende beoordeling praktijkonderwijs
Een onvoldoende beoordeling van het praktijkonderwijs krijg je wanneer je praktijkopleider op een (of meerdere) competentiegebied(en) een onvoldoende beoordeling geeft. De hoofdopleider/jaargroepopleider stelt hierna aan de hand van deze beoordeling de definitieve beoordeling over de voortgang van de competentieontwikkeling in de praktijk vast middels het geven van akkoord (op de beoordeling van de praktijkopleider) in Onderwijsportaal.
Zoals vermeld in de Onderwijs en Examenregeling (OER) heb je bij een onvoldoende beoordeling recht op een herkansing. Voor het praktijkonderwijs bestaat de herkansing uit een beoordelingstraject. Er geldt de volgende procedure:
- Voor de start van het beoordelingstraject wordt een plan van aanpak gemaakt waarin concrete acties ter verbetering van de onvoldoende beoordeelde competentiegebieden worden vastgesteld. De uitwerking van het plan van aanpak geschiedt aan de hand van de indicatoren die horen bij de onvoldoende beoordeelde competentiegebieden. Zoals vermeld in het Toetsboek van de opleiding: Een indicator is waarneembaar en meetbaar gedrag of het resultaat van dat gedrag.
- De praktijkopleider is verantwoordelijk voor het opstellen van het plan van aanpak. Hierbij zijn de deelnemer, de hoofdopleider of jaargroepopleider en eventueel de opleidingsmanager betrokken.
- Het plan van aanpak wordt door de praktijkopleider in Onderwijsportaal geplaatst onder ‘Aandachtspunten en afspraken’.
- Het beoordelingstraject heeft een looptijd van drie maanden. De startdatum van het beoordelingstraject wordt gezamenlijk vastgesteld en vastgelegd in het plan van aanpak;
- In het plan van aanpak wordt de datum van beoordeling van het beoordelingstraject vastgelegd, alsmede wie bij deze beoordeling betrokken zijn. Dit zijn minimaal de praktijkopleider en de hoofdopleider/jaargroepopleider;
- Is de beoordeling van één of meerdere competentiegebieden na afloop van het beoordelingstraject onvoldoende, dan is er nog één herkansing mogelijk;
- Er volgt een (herzien) plan van aanpak.
- Het herkansings-beoordelingstraject heeft wederom een looptijd van drie maanden;
- Is de beoordeling van één of meerdere competentiegebieden na afloop van het herkansings-beoordelingstraject opnieuw onvoldoende, dan eindigt de opleiding.
De Onderwijs- en examenregeling (OER) is vastgesteld door de Stichting BoPP Midden Nederland en de Stichting BoPP West Nederland. De examencommissie bewaakt de naleving van de OER (zie belangrijke bijlagen/regelgeving).
Bezwaar en beroep
Tegen een door de hoofdopleider, praktijkopleider of een docent genomen besluit kun je een bezwaarschrift indienen bij de examencommissie conform onderstaande procedure.
Een bezwaarschrift moet je schriftelijk indienen binnen 6 weken na bekendmaking van het besluit.
Je ondertekende bezwaarschrift bevat tenminste:
- Jouw naam en adres
- De redenen van het bezwaar
- Een duidelijke omschrijving van het besluit met datum waartegen het bezwaar is gericht met afschrift van het besluit.
Voor verdere informatie zie artikel 11.1 van de OER.
In voorbereiding op de afronding van de GZ-opleiding controleert de deelnemer of zijn/haar portfolio voldoet aan de eindeisen. Hiervoor gebruikt de deelnemer de checklist portfolio Gz-opleiding.
Persoonsgegevens
Voor het samenstellen van het getuigschrift worden je persoonsgegevens gebruikt vanuit het portaal. We verzoeken je om deze te controleren door rechts bovenin op je profiel te klikken, zodat de juiste gegevens op het getuigschrift komen te staan.
Het getuigschrift wordt afgegeven op je geboortenaam. Dit zijn je volledige voornamen + geboortenaam (en niet je aangetrouwde naam). Hiernaast dient de juiste titulatuur en geboorteplaats te zijn ingevuld. Als je geboorteland verschilt van Nederland dan verzoeken we je deze ook in te vullen.
Uitloop opleiding
Als je uitloop hebt van de opleiding en na de diplomering nog praktijk en/of cursorisch onderwijs volgt dan geldt het volgende:
- Loop je niet langer dan 3 maanden uit, dan schrijf je het (eind)verslag over een langere laatste periode.
- Loop je langer dan 3 maanden uit, dan schrijf je elk volgende periode een verslag en registreer je de uren. Je kan als deelnemer zelf een nieuwe periode aanmaken met de button ‘Periode toevoegen’ rechtsboven.
Als bij uitloop de einddatum van je opleiding inzicht komt breng je de opleidingsmedewerker op de hoogte in verband met de administratieve verwerking.
Einddatum getuigschrift
De formele einddatum van de opleiding is de datum waarop aan alle vereisten voor de opleiding is voldaan. Deze datum wordt als volgt vastgesteld:
- De einddatum praktijkopleiding is de datum dat aan alle praktijk vereisten is voldaan. Deze datum wordt door de praktijkopleider vermeldt in het portfolio van de deelnemer.
- De einddatum cursorische opleiding is de datum dat aan alle cursorische vereisten is voldaan. Deze datum wordt door de jaargroepopleider vastgesteld.
Getuigschrift ontvangen
Het getuigschrift wordt uitgereikt tijdens de diplomering van je opleidingsgroep. Als je op deze datum nog niet voldoet aan de opleidingseisen, dan ontvang je een concept-dossioma (en nog geen getuigschrift).
Als je tot drie weken voorafgaand aan de diplomering voldoet aan de opleidingseisen, heb je de mogelijkheid om het getuigschrift eerder per post te ontvangen. Indien je hiervoor in aanmerking komt en dit wenst, neem dan tijdig contact op met de opleidingsmedewerker.
Op aanvraag is het getuigschrift in het Engels te verkrijgen. Je verzoek hiervoor richt je aan de opleidingsmedewerker.
Registratie als GZ-psycholoog in het BIG-register
Na succesvolle afronding van de opleiding ontvang je het getuigschrift. Met een gewaarmerkt kopie van dit getuigschrift kun je de BIG-registratie tot Gezondheidszorgpsycholoog aanvragen. Meer informatie over (her)registratie is te vinden op www.bigregister.nl.
Docent worden bij de RINO Groep?
Heb je interesse om na afronding van de opleiding je kennis over te dragen als docent kijk dan voor meer informatie op onze docenten pagina en/of neem voor vragen contact op met P&O docenten via docentencontact@rinogroep.nl.
Over de organisatie van de opleiding
- Opleidingsplan Gz-psycholoog
- Toetsboek Gz-psycholoog
- Competentiegericht Opleiden - Getting Started
- Competentieprofiel Gz-opleiding
- Overzicht gesprekken en verslagen
- Missie en visie opleiding tot Gezondheidszorgpsycholoog
- Taken en verantwoordelijkheden in de praktijkopleiding
- Besluit opleidingseisen Gezondheidszorgpsycholoog