Tijdens een gezinsonderzoek wordt met de betrokken gezinsleden een dialoog aangegaan waarin ruimte wordt gemaakt voor een veelzijdigheid aan visies en perspectieven op de bestaande situatie. Vanuit verschillende invalshoeken wordt naar deze situatie gekeken, waardoor meerdere aspecten van de problematiek zichtbaar worden. Deze vorm van gezinsonderzoek veronderstelt van de hulpverlener een houding die gericht is op samenwerking met de gezinsleden. Door niet vanuit een positie als expert boven maar naast cliënten te gaan staan, worden zij uitgenodigd samen op zoek te gaan naar wat helpend is in de unieke situatie van het betreffende gezin.
De cursus bespreekt verder:
- Hulpverleningsrelatie: het vestigen van een samenwerkingsrelatie, visie op ouderschap, ouders aanspreken op metaniveau, een veilige cultuur creëren voor kinderen
- Instrumenten en werkvormen: genogram, gezinskaart, netwerkkaart, levenslijn, NOSI, oplossingsgerichte werkvormen (o.a. schaalvragen, wondervraag), circulair interviewen, externaliseren, creatieve en speelse werkvormen om kinderen bij het gezinsonderzoek te betrekken