Al spelend op de scheepswerf van zijn vader keek Jan Baars (67) - klinisch psycholoog, psychotherapeut en systeemtherapeut - zijn ogen uit. Vlak voor het moment waarop een schip te water werd gelaten, zag hij zijn vader met een ploeg werkmannen op de helling nauwgezet voorbereidingen treffen om ervoor te zorgen dat het schip met een keurige zwier de Merwede in zou glijden. ‘Dat was precies, zwaar en soms ook smerig werk’, herinnert Jan zich. ‘Maar mijn vader genoot ervan.’
Ondertussen ontwikkelde Jan ook oog voor de manier waarop zijn vader en zijn drie ooms de scheepswerf runden, hoe zij het werk met elkaar organiseerden en hoe de onderlinge verhoudingen soms knelden. ‘Het was een echt familiebedrijf, waarin mijn vader fungeerde als Haarlemmer olie. Bij conflicten bracht hij de boel weer bij elkaar. En ik zag hoe hij investeerde in zijn werknemers vanuit een welbegrepen eigen belang. Maar tegelijkertijd vond ik hem soms ook een beetje slap naar zijn broers.’
Vier de complexiteit en zoek naar de samenhang
Interview met Drs. Jan Baars
Deze maand is Jan Baars dertig jaar werkzaam voor de RINO Groep als docent. Daarnaast is hij inmiddels al twaalf jaar hoofdopleider van de opleiding Systeemtherapie. Een mooi moment om met hem terug te blikken. Waar komt zijn passie voor systemisch werken vandaan? Hoe kijkt hij naar het werkveld met zijn brede systemische blik? En wat adviseert hij psychologiestudenten en beginnende therapeuten?
'Angst voor klachten en imagoschade heeft de speelruimte voor therapeuten de afgelopen decennia steeds geringer gemaakt'
Jan Baars
Angst voor klachten
‘Wat dat betreft was er toen meer mogelijk was dan nu’, constateert Baars terugkijkend. Hij vertelt hoe hij in overleg met collega’s kon doen wat hij nodig achtte, zonder protocollen en knellende kaders. ‘Natuurlijk heeft die procedurele kant veel opgeleverd’ relativeert hij. ‘Maar het belangrijkste verschil met nu was dat er toen nog niet zo bangig werd gewerkt. Tegenwoordig moet je vooral niet te scherp en confronterend zijn, want stel je voor dat je een klacht aan je broek krijgt. Die angst voor klachten en imagoschade heeft de speelruimte voor therapeuten de afgelopen decennia steeds geringer gemaakt. En het heeft ertoe geleid dat vooral mondige cliënten steeds meer zijn gaan eisen. Zo kreeg ik werkend bij GGZ Centraal in het Gooi regelmatig ouders die van me verwachtten het probleem van hun kind te fixen, terwijl de problematische relatie tussen hen en hun kind nauwelijks bespreekbaar was.’Systeemtherapie in de marge
Inmiddels worden cliënten in de ggz vrijwel uitsluitend individueel behandeld met evidence based psychotherapieën. Het systeem betrekken bij zo’n behandeling wordt vaak gezien als iets extra’s wat vooral tijdrovend is en een hoop gedoe oplevert, ziet Baars in de praktijk. Hierdoor is systeemtherapie in de marge terecht gekomen. Die focus op individueel behandelen past volgens Baars bij een cultuur waarin iedereen zich moet profileren, en voortdurend aan zijn eigen merk moet bouwen om succesvol te zijn. Die teneur is ook de hulpverlening gaan bepalen.‘Kijk naar het toenemend shopgedrag: mensen zoeken net zo lang door totdat ze een therapeut hebben gevonden die helemaal bij hen past. Dat gedrag leidt niet alleen tot hogere zorgkosten, maar vaak ook tot complexere problematiek, mede doordat therapeuten geen grenzen durven stellen aan cliënten. En dat veranderen ook pijn kan doen, daar hebben we ’t liever niet over.’
Kijk kritisch naar context
Met het oog op eisende cliënten en zorgmanagers die vooral sturen op productie en omzet, vraagt deze tijd volgens Baars om moedige, standvastige en assertieve therapeuten; professionals die niet alleen hun vak goed beheersen maar ook met een brede en kritische blik kunnen analyseren in welk krachtenveld zij zelf opereren. ‘Mijn advies: ga als behandelaar af en toe zelf nog eens in de wachtkamer zitten van zo’n productiebedrijf om te ervaren wat er gebeurt. Dan zie je hoe behandelaren zonder iets te zeggen rondkijken of hun cliënt er al is, om vervolgens weer weg te lopen zonder verder iets te zeggen. Kortom, blijf nadenken over de context waarin je behandelt, en blijf je afvragen in hoeverre je wordt gevoed of juist wordt beknot door je organisatie. Wat is bijvoorbeeld het effect van al die flex-behandelkamers; mis je daardoor wellicht een steady omgeving die je juist nodig hebt om cliënten meer kracht te kunnen geven…’'Ga als behandelaar af en toe zelf nog eens in de wachtkamer zitten van zo’n productiebedrijf om te ervaren wat er gebeurt'
Jan Baars
Poten in de klei
Ook al is Baars inmiddels met pensioen, hij is nog steeds volop aan het werk. Zijn expertise zet hij in bij verschillende instellingen voor gespecialiseerde jeugdzorg, zoals KOOS, Autimaat en TOPP-zorg. Daarnaast werkt hij als docent en hoofdopleider bij de RINO Groep. ‘Ik heb altijd gezegd dat je best kunt blijven lesgeven na je pensioen, mits je nog met je poten in de klei staat’, zegt Jan lachend. ‘Tot vijf jaar terug had ik met heel uiteenlopende doelgroepen gewerkt – in de volwassen-ggz, de forensische zorg en de ouderen-ggz – behalve met kinderen en jeugd. Daarom heb ik toen nog eenmaal een overstap gemaakt. Dat bevalt me goed.’Leerlingen met een label
Samen met jongere collega’s zit hij bij het terugkijken van behandelgesprekken nu vaak te puzzelen over behandelmogelijkheden en -strategieën. Zo leert hij zelfs als doorgewinterde therapeut nog steeds nieuwe dingen. Bijvoorbeeld hoe individuele problematiek van ouders of kinderen doorwerkt in de interactie in gezinnen, en hoe je dat vervolgens weer kunt vlottrekken.De afgelopen tijd bezocht Baars regelmatig scholen om te praten over kinderen die extra begeleiding nodig hebben. Ook dat leverde hem nieuwe inzichten op, met als confronterende conclusie: het onderwijs doet niet voor de zorg onder wat betreft productie- en resultaatgedreven werken. ‘Het is opvallend hoe snel leerlingen die niet passen in ons schoolsysteem een diagnose om hun oren krijgen. Omdat alles in het onderwijs is gericht op het behalen van resultaten, raken die kinderen al snel verstrikt in een mal van ‘ik voldoe niet, ik functioneer niet, ik deug niet.’ Vaak spelen daarbij ook tal van systemische elementen mee waar scholen zélf mee aan de slag zouden moeten – maar wat vrijwel nooit gebeurt. Als we bijvoorbeeld de klassen zouden kunnen halveren, dan zou waarschijnlijk het aantal aanmeldingen bij de gespecialiseerde jeugdhulp ook halveren. Eenvoudigweg omdat er dan weer tijd is voor de relatie tussen leerling en docent. Dit is niet alleen goed en fijn voor de kinderen, maar ook voor de leerkrachten.’
Zoeken naar samenhang
In de opleiding Systeemtherapie waarvoor Baars eindverantwoordelijk heeft hij samen met een hechte groep collega’s steeds een brug willen slaan tussen nieuwe kennis over systeemtherapie en ervaringskennis. Met een evenwichtige mix van verschillende benaderingen die de opleiding kleur en smoel geven, zoals Emotional Focused Therapie en hechtingsgericht werken.Tot zijn verbazing zag Baars echter ook hoe systeemtherapie zich de afgelopen jaren steeds meer als aparte stroming is gaan ontwikkelen naast andere vormen van psychotherapie. ‘Dat leidt tot allerlei schotten tussen werkelijkheden die eigenlijk met elkaar in verbinding staan. Wat dat betreft zijn we eigenlijk nog altijd heel calvinistisch bezig: we bouwen nieuwe kerken die elkaar heimelijk bestrijden, in plaats van dat we de complexiteit vieren en met elkaar op zoek gaan naar samenhang.’
Ook systeemtherapeuten hebben zich afgezonderd met eigen praktijken en afzonderlijke opleidingsinstituten. Maar Baars wilde met ‘zijn’ opleiding Systeemtherapie juist heel bewust binnen de RINO Groep blijven om een directe link te houden met de reguliere ggz én vanuit de optiek dat systeemtherapie een integraal en volwaardig onderdeel is van psychotherapie. ‘Dat is ook de reden dat ik als hoofdopleider een belangrijke rol speel in de opleiding voor klinisch psychologen en psychotherapeuten.’
'Ga eerst eens lekker leren, dompel je onder in het vak, probeer dingen uit en ga desnoods op je bek, dat hoort er allemaal bij'
Jan Baars
Regie over je eigen leerproces
In tegenstelling tot veel andere, meer commerciële opleidingsinstituten biedt de RINO Groep juist geen totaalpakket, waarbij het theoretisch-technische deel van de opleiding standaard is gekoppeld aan specialistische vervolgcursussen en supervisie. Dat is een even bewuste als principiële keuze, benadrukt Baars.‘Natuurlijk kun je die vervolgcursussen en supervisie ook bij de RINO Groep volgen, maar dat moet niet. Daarmee behouden onze cursisten maximaal de regie over hun eigen leerproces. Belangrijk, omdat het bij die specialistische cursussen en supervisie gaat om hun professionele én persoonlijke ontwikkeling. Hoe breng jij de theorie en vaardigheden uiteindelijk in in de spreekkamer? Wat neem je daar waar, hoe stem je af, en wat voeg je vervolgens toe? En met welke persoonlijke touch doe je dat? Die verdiepingsslag is cruciaal voor beginnende systeemtherapeuten. Daarom vinden we het belangrijk dat onze cursisten zélf kunnen kiezen bij wie ze dat laatste deel van hun opleiding volgen.’