Als directeur van de Nederlandse GGZ heeft Veronique Esman de afgelopen vier jaar alles in het werk gesteld om de vereniging (die toen nog GGZ Nederland heette) om te vormen tot een slagvaardige en aanstekelijke beweging. Een noodzakelijke stap, want de meerwaarde van de branchevereniging was voor de leden – tientallen grote en kleine ggz-aanbieders – niet altijd meer herkenbaar, vertelt Veronique Esman. ‘Toen ik startte zei ik gekscherend: ik zie een bureau, ik zie leden, maar ik zie geen vereniging. Vechtend tegen het systeem ging het alleen nog maar over geld, geld en geld.’
Waardenetwerken
In het visietraject werd al snel één ding duidelijk: de sector als geheel staat en gaat voor goede zorg aan mensen met een psychische aandoening, en dat binnen een veerkrachtige, inclusieve en veilige samenleving. Dát is het bestaansrecht van de Nederlandse ggz, dat vormt het hart waar de leden elkaar vinden, en ook in de samenwerking met partners binnen en buiten de ggz-sector is dat de verbindende focus.Bij de nieuwe visie werden enkele concrete ambities geformuleerd, zoals het streven naar nul suïcides, nul kindermishandeling, het wegwerken van wachtlijsten en het bestrijden van stigma. Maar hoe concreet ook, het zijn doelen die een lange adem vergen, realiseert Esman zich. Toch biedt de herijking de beweging nu al extra slagkracht, volgens de directeur.
‘We hebben ons opnieuw georganiseerd in waarde-netwerken, waarin we specifieke thema’s uitdiepen en actief contacten met de buitenwereld aangaan. Bijvoorbeeld op het thema Zorg en veiligheid (voorheen Forensische zorg). In dat netwerk bespreken we actuele ontwikkelingen, en kijken we met het ministerie van Justitie, politie, gemeenten en andere partners hoe we bijvoorbeeld personen met onbegrepen gedrag beter tegemoet kunnen treden; of hoe we kunnen voorkomen dat er onmiddellijk extra politiek afgedwongen maatregelen worden genomen zodra er weer een tbs’er is die zich heeft onttrokken aan een proefverlof.
Zo zijn we met meerdere thema’s bezig en willen we op verschillende fronten zichtbaar middenin de samenleving staan en de samenwerking zoeken met onze maatschappelijke partners: van huisartsen en wijkteams tot kennisinstituten. Dat zal ook wel moeten, gezien de druk op onze sector, de wachtlijsten en de immense vraag naar geestelijke gezondheidszorg.