'Met adequate herkenning bij psychische en psychiatrische problemen bij ouderen, voorkom je dat problemen verergeren'

Interview met Martin Kat

1 maart 2023
 

Martin Kat

Martin Kat, (ouderen)psychiater-psychotherapeut en docent bij de RINO Groep, schreef het boek 'Ouderenpsychiatrie: de praktijk'. In dit interview vertelt hij onder andere hoe belangrijk het is om problemen bij ouderen tijdig te herkennen en legt hij uit wat het divergentiesyndroom bij oudere echtparen inhoudt. Martin Kat geeft de cursussen 'Psychiatrische aandoeningen bij ouderen' (samen met Hennie Snoeren) en Praktische psychofarmacologie bij volwassenen en ouderen.

Voor wie heb je het boek geschreven?
 ‘Voor iedereen die de komende jaren steeds meer te maken krijgt met ouderen die thuis blijven wonen en een zorgvraag hebben, zoals verzorgenden, (wijk)verpleegkundigen, POH’s, huisartsen, casemanagers, maar ook psychologen. Het boek kan voor hen dienen als een leidraad bij het herkennen van al dan niet afwijkend gedrag.’
 
In de subtitel van je boek maak je onderscheid tussen psychische en psychiatrische aandoeningen bij ouderen. Wat is naar jouw mening het verschil tussen deze aandoeningen?
 ‘Onder psychiatrische aandoeningen versta ik de ernstigere ziektebeelden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om ernstige depressies, angststoornissen en psychoses of psychiatrische problematiek bij dementie. Bij psychische aandoeningen gaat het om lichtere vormen daarvan, zoals somberheid bij rouw. Ik maak geen absoluut onderscheid tussen deze aandoeningen, maar ik benoem ze wel apart van elkaar, omdat een psychisch probleem zich namelijk kan ontwikkelen tot een psychiatrische stoornis. Het boek is erop gericht om problemen op tijd te herkennen, zodat we psychiatrische stoornissen bij ouderen zo veel mogelijk kunnen voorkomen.’
 
Wat is het belangrijkste aspect bij de herkenning van psychische en psychiatrische aandoeningen bij ouderen?
 ‘Het draait voornamelijk om tijd. Hoe eerder je een probleem herkent, hoe sneller je adequate en effectieve begeleiding kunt bieden. Hierdoor voorkom je dat een probleem verergert of ontwikkelt tot een stoornis. Deze herkenning is niet altijd even makkelijk, want wanneer is iets een probleem en geen onderdeel van ‘normale’ veroudering? Daarom besteed ik niet alleen aandacht aan de pathologie, maar ook aan de verschillende stadia van  aandoeningen en de veranderingen die passen bij het gewone ouder worden. Dit vind je terug in de vijftig verschillende praktijkvoorbeelden die aan bod komen in het boek.’
 
Hoe breng je de verschillende factoren, die meespelen bij de herkenning van problemen bij ouderen, in kaart?
 ‘Met het biopsychosociaal model; dat is gericht op het inventariseren van factoren op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied, die kunnen bijdragen aan psychische of psychiatrische ontregeling. Bij de sociale context wordt bijvoorbeeld ook het steunsysteem meegenomen, waarbij je kijkt hoeveel steun een oudere krijgt van een partner of familielid en in hoeverre deze steun de afgelopen jaren is veranderd. Juist ook de systeembenadering is noodzakelijk om effectieve hulp te bieden aan ouderen.’ 
 
Op LinkedIn heb je, ter promotie van je boek, de intrigerende vraag gesteld: ‘Ooit gehoord van het divergentiesyndroom bij oudere echtparen?’ Wat is het antwoord op deze vraag?
 'Deze term heb ik zelf bedacht en wordt in het boek uitgebreid behandeld. Oudere echtparen leven vaak jarenlang op een bepaalde karakteristieke manier samen en zijn hieraan erg gewend en gehecht geraakt. Wanneer de één sneller achteruit gaat dan de ander, kunnen zij vaak niet meer leven zoals zij dat altijd hebben gedaan. Dit kan ervoor zorgen dat zij uit elkaar groeien en dat noemen we divergeren. Bij divergeren komen verschillende symptomen om de hoek kijken die een zekere samenhang vertonen, deze vormen een syndroom, vandaar divergentiesyndroom. In het boek ga ik in op drie subtypen, namelijk somatische, sociale en cognitieve divergentie. Deze subtypen helpen hulpverleners om te ontdekken wat er precies veranderd is in de relatie tussen twee partners als gevolg van een psychische of psychiatrische aandoening.'
 

‘Hoe ouder je bent hoe langer je voorgeschiedenis!’

Er moet een schat aan gegevens zijn om psychisch kwetsbare ouderen goed in kaart te brengen en te ontdekken welke risicofactoren uit het verleden en heden hebben geleid tot het psychisch lijden waarmee zij bij ons in beeld komen. Het is bij ouderen telkens weer een boeiende zoektocht naar patronen van kwetsbaarheid en kracht. Wat betekent dit voor onze psychotherapeutische interventies? Hoe laten we de therapie zo goed mogelijk aansluiten op de vastgestelde, vaak complexe, bevindingen? En hoe voorkómen wij als professionals ‘jumping to conclusions’ bij de behandeling. Belangrijke vragen waar wij tijdens de cursus op ingaan.
 

Meer leren over psychiatrische aandoeningen bij ouderen?

Meer leren over praktische psychofarmacologie bij volwassenen en ouderen