Verrast worden door een bui
Midden in een hoosbui terecht komen; soms kan het verfrissend zijn, maar over het algemeen willen we het liever voorkomen. Zelf fiets ik naar mijn werk en mijn uitgangspunt is dat ik droog wil overkomen op de heenweg, de terugweg maakt me minder uit. Tegenwoordig heb je hiervoor talloze apps, van buienradar tot weeronline tot buienalarm. Het is niet waterdicht, maar het aantal keren dat ik nog ben verrast door een regenbui is aanzienlijk kleiner geworden.Verrast worden door een ‘bui’ in de zorg van cliënten met een meervoudige handicap en gedragsproblemen was waar Matthijs Noordzij, hoogleraar aan de Universiteit Twente, mee geconfronteerd werd vanuit de praktijk. Een agressie-uitbarsting kwam vaak onverwacht en soms met negatieve gevolgen, zoals inperking van vrijheden, voor de cliënt als gevolg. Kan dat niet anders?
Matthijs ging met die vraag aan de slag. Hij ontwikkelde Buienradar, een smartphone-applicatie waarmee begeleiders via de smartwatch van cliënten de huidgeleiding en daarmee de spanning kunnen volgen. De begeleiding kreeg een signaal wanneer de spanning bij de cliënt opliep. ‘De zorg is intensief maar je kan iemand niet 24 uur in de gaten houden. Daardoor worden zichtbare non-verbale signalen soms gemist’, vertelt Matthijs. ‘Hier liggen kansen voor technologie. Op het moment dat het makkelijk is om te zien, maar je er als begeleider niet bij bent, kan technologie er wel bij zijn en de begeleider het signaal geven dat hij alert moet zijn.’
Een onverwachte wending
Klinkt als een succesverhaal – totdat het ontwikkelproces stagneerde. Er was gekozen voor een wearable van een start-up met custom made software. De start-up maakte andere keuzes en stopte met de toepassing van de Buienradar-applicatie voor deze wearable. Een behoorlijke kink in de kabel. Maar, het idee om technologie toe te passen om te helpen waarnemen in het dagelijks leven heeft Matthijs zeker niet losgelaten. In een nieuw project heeft hij de sense-it app ontwikkeld. Dit is eveneens een applicatie die verbonden is aan een smartwatch van cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis om hen te ondersteunen in het reguleren van hun spanning.Matthijs kent de hobbels, heeft zijn geleerde lessen kunnen toepassen en daarom vanaf het begin andere keuzes kunnen maken. Zoals: aan de voorkant nadenken over een solide en betrouwbaar basisplatform om de applicatie op te draaien en gebruikmaken van een bestaande smartwatch die niet snel uit de handel gehaald zal worden. Hij onderkent echter ook dat het proces de weg van een lange adem is; volhouden en steeds een stap verder zetten.
Impact op de ggz
Kan onze klinische blik ondersteund worden, zelfs aangescherpt worden, door metingen van bijvoorbeeld een wearable? Matthijs denkt van wel. 'Maar’, zegt hij, ‘we moeten eerst onderzoeken waar je met technologie écht wat kan toevoegen en waar ook niet!’ En vervolgens moeten we kijken naar de adaptie van de professional in de behandelkamer: ‘Wanneer je het introduceert moet het werken. De tolerantie voor bugs is laag. Dit is balanceren’, aldus Matthijs.Om bij te dragen aan het ontwerpen en vormgeven van de ggz van de toekomst is het belangrijk dat leren, experimenteren en innoveren een vast onderdeel van de zorg gaat zijn. Volgens Matthijs valt of staat dat bij de opleiding: ‘De nieuwe generatie psychologen moeten voldoende kennis en vaardigheden meekrijgen vanuit de opleiding om hiermee aan de slag te gaan in het veld.'
Kunnen we de rol zoals die nu wordt geleerd in de opleiding en wordt vervuld in de praktijk ombuigen of hebben we het dan eigenlijk over een nieuwe professie?! Iets om over na te denken ...